In een verklaring aan persbureau Lusa liet de Duitse multinational weten dat de fabriek in Braga vanaf vandaag "kan produceren zonder gebruik te hoeven maken van een afvloeiingsregeling", als gevolg van een "meer continue aanvoer van onderdelen en de geïmplementeerde verzachtende maatregelen".

Zo zullen "de arbeidscontracten van de getroffen werknemers weer volledig actief zijn", aldus het bedrijf.

Echter, en "afhankelijk van de algemene situatie van onderdelentekorten en de evolutie van het commerciële beleid", zei Bosch dat het "in principe toekomstige productieonderbrekingen of aanpassingen van de werkuren niet kon uitsluiten".

Volgens de onderneming zijn er momenteel "productieonderbrekingen en tijdelijke aanpassingen van de werkuren" in de Bosch-fabrieken in Ansbach en Salzgitter, beide gelegen in Duitsland.

Dit is te wijten aan een tekort aan elektronische componenten van Nexperia, een van de leveranciers van de Bosch-groep, als gevolg van een geschil tussen dat bedrijf en de Nederlandse overheid, die eind september ingreep in het bedrijf omdat het van mening was dat de directeur, de Chinees Zhang Xuezheng, de Europese levering van halfgeleiders in gevaar zou kunnen brengen.

Bosch garandeert dat het "absolute prioriteit geeft aan alle fronten" om "zijn toeleveringsketens in stand te houden en productiebeperkingen te vermijden of tot een minimum te beperken" en zegt "de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien", hoewel de huidige situatie "aanzienlijke uitdagingen blijft vormen".

De Duitse multinational zegt de huidige evolutie van het handelsbeleid "op de voet te volgen" en noteert "de eerste stappen in de richting van een politieke dialoog tussen de betrokken partijen".

Bosch in Braga kondigde op 28 oktober aan dat het een afvloeiingsregeling zou invoeren die in november zou beginnen en "waarschijnlijk" tot april 2026 zou lopen.

Een ontslagregeling bestaat uit de tijdelijke vermindering van de normale arbeidsduur of de opschorting van arbeidscontracten op initiatief van bedrijven voor een bepaalde periode, als gevolg van markt-, structurele of technologische redenen, of rampen of andere gebeurtenissen die de normale activiteit van het bedrijf ernstig hebben aangetast.