Hij kwam uit een adellijke familie en trad op achttienjarige leeftijd in 1544 toe tot de Dominicaanse Orde in het Sint-Dominicusklooster in Valencia. Als jonge broeder stond hij bekend om zijn vroomheid, soberheid en intellectuele bezigheden. Hij bekleedde verschillende functies binnen de orde, waaronder die van novicemeester, die nieuwe leden begeleidde bij hun spirituele vorming.
Missionariswerk in de Nieuwe Wereld
In 1562 meldde Bertrand zich vrijwillig voor missiewerk in de Nieuwe Wereld. Hij werd uitgezonden naar de Spaanse kolonies in wat nu Colombia is en bracht zeven jaar door, voornamelijk in de regio Nieuw Granada. In deze tijd wijdde hij zich aan het evangeliseren van de inheemse bevolking, het leren van hun talen en het verdedigen van hun rechten tegen misbruik door sommige Spaanse kolonisten. Hij bekeerde duizenden tot het christendom en doopte vaak grote groepen tegelijk. Zijn zendingswerk werd gekenmerkt door krachtige prediking en diep medeleven.
Terugkeer naar Spanje en latere bediening Na zijn terugkeer naar Spanje in 1569 zette Bertrand zijn bediening voort als prediker en geestelijk leidsman. Hij werd een goede vriend en biechtvader van Teresa van Ávila en bood haar begeleiding en steun bij haar inspanningen om de Karmelietenorde te hervormen. Hij was ook prior van verschillende Dominicaanse kloosters.
Dood en nalatenschap Louis Bertrand stierf in Valencia op 9 oktober 1581. Hij werd heilig verklaard door Paus Clemens X op 12 april 1671. Hij wordt beschouwd als de beschermheilige van Colombia en wordt vaak aangeroepen tegen slangenbeten.






