Hij kwam uit een adellijke familie, maar tijdens zijn adolescentie werd hij een rover en sloot hij zich aan bij een groep bandieten. Zijn leven nam een dramatische wending toen hij zijn vader tegenkwam tijdens een schermutseling met soldaten, wat leidde tot zijn overgave en ter dood veroordeling. Door de dienst van zijn vader kreeg hij echter gratie.
De ophanging en wonderbaarlijke overleving
Hierna ontmoette Armengol Peter Nolasco in Barcelona en besloot zich aan te sluiten bij de Mercedariërs, een orde die zich inzette voor de bevrijding van christenen die gevangen werden gehouden door de Moren. Na zijn wijding werd hij een "verlosser", een rol die de gevaarlijke taak inhield om gevangenen in Noord-Afrika en Moors Spanje te bevrijden. Hij nam deel aan verschillende missies en bevrijdde honderden gevangenen.
Later leven en verering
In 1266 bood Armengol zichzelf aan als gijzelaar toen het losgeld voor andere gevangenen op zich liet wachten. Hij werd vervolgens opgehangen, maar overleefde dit op wonderbaarlijke wijze. Hij schreef zijn overleving toe aan de Maagd Maria. Aan deze gebeurtenis hield hij een verdraaide nek en een afgetobd gezicht over voor de rest van zijn leven.
Armengol bracht de rest van zijn leven door in het Mercedarenhuis in zijn geboortestad. Hij stierf op 27 april 1304. Hij werd heilig verklaard op 8 april 1687, nadat hij was goedgekeurd door paus Innocentius XI. Zijn feestdag wordt gevierd op 27 april, de datum van zijn dood. Hij wordt vaak afgebeeld met een strop om zijn nek. Zijn leven is een testament voor verlossing, geloof en de kracht van goddelijke interventie.