Volgens de voorlopige schatting van de gemiddelde levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor de driejarige periode 2023-2025, vandaag gepubliceerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek(INE), werd deze waarde geschat op 20,19 jaar, een stijging van 0,17 jaar (2,04 maanden) ten opzichte van de driejarige periode 2022-2024.
Op basis van deze gegevens kan worden berekend dat de wettelijke pensioenleeftijd in 2027 66 jaar en 11 maanden zal zijn.
Dit cijfer is twee maanden hoger dan dat van 2026, dat al met twee maanden was gestegen ten opzichte van 2025.
In 2024 bleef de pensioenleeftijd ongewijzigd op 66 jaar en vier maanden, vergeleken met 2023, een jaar waarin er een daling was van drie maanden ten opzichte van de leeftijd die was vastgesteld voor 2022, iets wat ongekend is sinds de pensioenleeftijd werd gekoppeld aan de gemiddelde levensverwachting.
Zowel de verlaging in 2023 als de handhaving van de leeftijd voor 2024 houden verband met de daling van de gemiddelde levensverwachting als gevolg van de sterfte in verband met de COVID-19-pandemie en de incidentie daarvan onder de oudere bevolking.
Het voorlopige levensverwachtingscijfer op 65-jarige leeftijd, dat jaarlijks wordt berekend door het INE (Nationaal Instituut voor de Statistiek), wordt in november gepubliceerd en dient als referentie voor het bepalen van de normale pensioenleeftijd in het kader van het algemene socialezekerheidsstelsel en de houdbaarheidsfactor die moet worden toegepast op het wettelijke bedrag van de ouderdomspensioenen in het kader van het algemene socialezekerheidsstelsel.







